Alexander Jacob Patty (1890-1957) groeide voornamelijk op in de stad Ambon. Een opleiding aan de School tot Opleiding van Inlandsche Artsen (STOVIA) in Batavia mocht hij niet afmaken, omdat hij teveel bezig was met het ‘nationalisme’. Met diploma’s boekhouden, handelscorrespondentie en stenografie op zak, kwam hij verschillende handelskantoren aan de slag. Dat werk combineerde hij vanaf 1918 met politieke activiteiten. Zo was hij actief in de Vereniging Ambonsch Studiefonds, dat meer studiemogelijkheden voor Ambonse jongeren wilde scheppen, in de vereniging Insulinde en de Nationaal Indische Partij. Ook deed hij journalistiek werk voor verschillende Indische dagbladen.
In mei 1920 kwam Patty op een vergadering in Semarang met kritiek op het Ambonsch Studiefonds: de vereniging richtte zich te weinig op politiek en er mochten alleen christenen lid van worden. Een maand later werd hij voorzitter van een nieuwe politieke vereniging, Sarekat Ambon (Ambonees Verbond). Deze had tot doel voor de inheemse bevolking van de residentie Amboina op te komen en het land tot bloei en welvaart te brengen. Misstanden en wetten die dat doel in de weg stonden, moesten worden opgeheven.
Het gouvernement volgde de vereniging met argusogen*. Patty benadrukte voortdurend dat hij alleen van wettige middelen gebruik zou maken en dat de Sarekat Ambon geen anti-Nederlandse revolutionaire beweging was. Hij vond dat Nederlands-Indië uiteindelijk zelfstandig moest worden, maar wel binnen een staatsverband met Nederland, Suriname en de Antillen. Het gouvernement bleef wantrouwig: de vereniging moest eerst maar eens bewijzen dat ze inderdaad een gematigde koers wilde varen. Onder die voorwaarde kreeg Patty toestemming om propaganda voor de vereniging op Ambon te maken. Hij kwam in april 1923 op Ambon aan.